In 1769 in gebruik genomen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dispositie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Koppeling Bovenwerk aan Hoofdwerk C - c''' (49 tonen) / C - f (18 tonen) (Mittereither-klavier) C- c''' (49 tonen) / C- d' (27 tonen) (Kistorgel) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mitterreither-klavier |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Restauratie van het orgel
Tijdens de restauratie in 2004/2005 is ontdekt dat het merendeel van de oude onderdelen - pijpen en windladen - van de hand van de Duitse orgelbouwer Johann Wolff Schonat (1614-?) en de in Leiden ook bekende Johannes Duyschot (1645-1725) afkomstig zijn. Mitterreither heeft de onderdelen van de hand van Schonat en Duyschot samen met zelfgemaakt pijpwerk en andere onderdelen samengevoegd tot een zeer fraai geheel. Terecht kan men nu dan ook beter over het Schonat-Duyschot-Mitterreitherorgel spreken. Schonat is beroemd geworden door de bouw van het orgel van de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Pijpwerk van zijn hand uit het oorspronkelijke transeptorgel uit de Oude Kerk aldaar is - na vele omzwervingen - in 1977 gebruikt voor de bouw van het nieuwe Metzlerorgel in de Groene- of Willibrordkerk in Oegstgeest. Duyschot heeft o.a. belangrijk werk verricht aan het Van Hagerbeerorgel in de Leidse Pieterskerk. De Reichnerkas blijft ongewijzigd op het aangebouwde balkon staan. De frontpijpen zijn niet origineel van het SDM-orgel afkomstig. Zij blijven derhalve het oude front sieren. auteur: Hein van Woerden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de lege Reichner kas |