Kerstmis 1944 in Leiden in de hongerwinter
(door Mevrouw M.A. Zwaan den Holland)
Volgens allerlei illegaal verspreide avondkrantjes zoals Trouw en de De Vliegende Hollander had Dolle Dinsdag (de eerste dinsdag in september 1944) ook voor West Nederland de bevrijding moeten brengen. Vol verwachting op de komst van de bevrijders stonden we op de hoek van ât Gangetje en de Breestraat toen de duitsers ons met geweervuur uiteenschoten.
Vanaf die dag werden de toch al zware âverordeningenâ nog strakker aangehaald en strenger gecontroleerd. ât Leven werd harder, bedreigender en angstiger, de bevolking wanhopig en ziek.
Kerkbezoek was nog net niet verboden en in die zware periode uit ons leven waren de kerken dan ook overvol. Elektriciteit werd nauwelijks geleverd, gebruikte je meer dan was toegewezen, werd je afgesloten. Huiswerk maakten we bij ân kaarsje, met potlood, op âgewassenâ krantenpapier.
Wanneer de duisternis was ingevallen, mocht geen enkel licht uit de huizen op straat zichtbaar zijn: eventueel overvliegende geallieerde vliegtuigen moesten misleid worden.
De voedselrantsoenen werden gekort en er was gebrek aan alles, bovendien zette ât najaar vroeg en koud in.
En zo nadere ât Kerstfeest.
De nachtmis, hoogtepunt in de katholieke kerstviering, kon geen doorgang vinden; er was voor de kerken geen verwarming en verlichting en ât zou ân te zware onderneming zijn voor de hongerende kerkgangers in de zeer vroege donkere ochtenduren de kerkgebouwen veilig te bereiken.
Mijn vader, in de zomer van 1944 zestig jaar geworden, had midden in de stad ân bedrijf in technische oliĂ«n, vetten en teerproducten. De levering van de buitenlandse producten lag al 4 jaar stil en de binnenlandse artikelen, voor zover nog aanwezig, werden alleen verstrekt op â toewijzingenâ bij door de bezetter aangewezen leveranciers.
Half november kwam zoân toewijzing: bij de gasfabriek van Hoek van Holland kon ân partij vaten watergasteer worden ingekocht. Voor de fabriek was dit ân afvalproduct, maar bij de boeren toen gewild voor ât teren van schuren en hekken en daarom werd ât als ruilmiddel gebruikt tegen aardappelen, wortels-uien-bieten, melk-kaas-boter en graanproducten.
De vrachtwagens van het bedrijf waren al in â41 en â42 âgevorderdâ en het kostte nogal wat inspanning ân beurtschipper bereid te vinden de vracht op te halen. Gebroeders Baak uit Hoogmade hadden benodigde papieren om te kunnen uitvaren maar groot was de schrik toen bleek dat ât adres van de gasfabriek de kade was van de Nieuwe Waterweg, dicht bij open zee! Gebroeders Baak waren slechts in ât bezit van ân binnenvaartscheepje van gemiddelde grootte, allerminst zeewaardig.
Na veel overleg en ât goed bestuderen van de Enhuizer Almanak wat betrof ât weer en de eb- en vloedstanden, werd ân dag van afvaart bepaald, ân overnachting aan boord en de terugvaart op de volgende dag.
Mijn Vader met twee schippers vertrokken met regen, maar och, dat was de tijd van ât jaar âenâ zei mijn Vader altijd âhet meeste valt ernaastâ. Naarmate echter de dag vorderde begon er wind op te steken die aanwakkerde tot storm. Eenmaal de laatste sluizen gepasseerd, was ât scheepje, dat geladen was met lege vaten die zouden worden ingeleverd, moeilijk hanteerbaar op de hoge golven maar men bereikte zonder ongelukken de hoge kade van de gasfabriek.
De mannen gingen in ât aardedonker van boord, blij weer vaste grond onder de voeten te voelen. Met behulp van ân âknijpkatâ werd op de kade rondgekeken. De partij vaten watergasteer lag niet ver verwijderd maar behalve dat lag er nog veel meer: een zeer groot aantal vaten petroleum! Petroleum werd vervoerd in ân speciaal soort fusten met rolbanden eromheen en met behulp van ât schaarse lichtje uit de knijpkat waren op de bodems van die fusten de codetekens voor petroleum nog net leesbaar. Goud lag daar op die kade! Plotseling klonken duitse commandoâs en de drie werden terig aan boord gejaagd; ât terrein werd dus zorgvuldig bewaakt!
Die nacht werd er niet geslapen aan boord maar ân groot en gevaarlijk plan besproken. Met behulp van de storm die alle geluid overstemde, met behulp van de golven die ât schip telkens hoog optilden en met de meegebrachte strijken brachten de drie mannen twee vaten petroleum naar de ligplaats en verstopten ze in ât vóóronder. MĂ©Ă©r vaten meenemen was helaas niet mogelijk, ât schip zou te zwaar belast worden.
Toen ât licht begon te worden werd zo snel mogelijk de vracht teer aan boord genomen en na tweemaal gecontroleerd te zijn door de wachtlopende duitsers, dieât vooronder vergaten, werd de thuisreis aanvaard. Om ± 5 uur âs middags arriveerde ât schip aan de kade van de Nieuwe Rijn, t.o. Vlieland.
Opnieuw moest ân gevaarlijk karwei geklaard worden want de vaten moesten over ân afstand van ± 200 m over de straatkeien naar ât pakhuis worden gerold. Dat brengt een hoop lawaai en heisa mee en zou snel de aandacht kunnen trekken van de duitsers, bovendien waren die vaten niet geschikt om over de âLeidse kinderhoofdjesâ gerold te worden.
Er werd afgesproken dat Vader zelf de twee vaten petroleum naar huis zou rollen en ze onmiddelijk zou verbergen achter lege fusten onder ân afdak. Het vloeibare goud was juist goed weggestopt toen drie duitsers bij de losplaats verschenen, de begeleidende papieren opeisten en de vaten gingen controleren. Nog maar nauwelijks met ât tellen begonnen overviel hun ân zware regenbui en nog lang niet klaar met hun werk dropen ze drijfnat af.
Die avond is in Leiden en Hoogmade een uitvoerig reisverhaal verteld, moesten doodvermoeide mannen al hun kleren laten drogen en achter ân potkacheltje bijkomen van de zware spanning van de tocht en eenieder vroeg zich af wat er zou gaan gebeuren met de twee fusten van elk ± 250 liter!
Mijn vader wist daar wel raad mee! Als hij ân karwei begon wat ât resultaat al bepaald!
De vaten zijn leeggetapt in kleine petroleumbussen en zelfs in flessen, overal vandaan gescharreld! ân Hels karwei want geen druppel mocht verloren gaan. De olie werd verdeeld over de Leidse katholieke kerken. Er werden stallantaarns geleend bij de boeren rondom de stad en eveneens afgeleverd op de pastorieĂ«n. Veel mensen hebben eensgezind aan deze uiterst geheime actie meegewerkt.
Kort voor de Kerstdagen kon ât bericht verspreid worden dat op plaatsen in de stad de nachtmis met Kerstmis zou doorgaan. Dat vooruitzicht was ân lichtpunt in de zwarte duisternis van ât leven toen.
De stallantaarns verspreiden in de kerkgebouwen ân warm aandoend, zacht deinend licht in die bijzondere Kerstnacht 1944, juist voldoende om ân plaatsje te zoeken en dat zonder ongelukken te bereiken. In de looppaden tussen de kerkbanken waren tientallen extra stoelen bijgeplaatst en al ân half uur vóór de nachtmis begon was geen plek meer te vinden.
Op handkarren en bakfietsen zonder banden werden oude en ziekelijke mensen, onder schamele dekens toegedekt, in die koude nacht naar de kerken vervoerd. Ook op transportfietsen waarvan de vlees- en broodmanden waren verwijderd, werden op ân plankje bedekt met ân kussen, gebrekkigen en invaliden ter kerke gereden.
Vurige gebeden om uitkomst zijn omhoog gezonden en ât geluid van de uit volle borst meegezongen kerstliederen galmden door de straten en over de pleinen rondom de kerkgebouwen.
Twee vaten petroleum, met gevaar voor eigen leven gestolen van de duitsers, waren niet in staat geweest de duizenden kerkganger lichamelijk te voeden maar hebben wél gezorgd voor Geestelijk Voedsel.
ât Goud op de kade van Hoek van Holland was omgezet in ân gouden schijnsel van ân duistere kerstnacht.
Met mijn handtekening onder deze kerstherinnering 1944 wil ik aangeven dat niets ervan is verzonnen.
Alles is echt gebeurd. M.A. Zwaan den Holland.